Weilanden,
regenwouden, bergen, verlaten stranden, gletsjers, azuurblauwe meren, kiwi’s,
kea’s, sandflies, dolfijnen, walvissen, pinguins, pelsrobben, zeeleeuwen en
schapen, héél véél schapen. Met zo’n 40 miljoen zijn ze, tegenover 4 miljoen
inwoners. Kilometers ver kan je rijden zonder een mens of huis tegen te komen
maar schapen zijn een essentieel onderdeel van het decor, vooral op het
Zuidereiland. Zover je kan kijken op de heuvels zie je ze grazen.
Vier weken hadden wij om al dit moois te bewonderen. Nou ja, bijna alles. Vijf weken was beter geweest. We verbleven 10 dagen op Noordereiland en moesten een aantal highlights missen omdat de tijd te kort was. De overtocht naar Zuidereiland lag immers vast en dus zaten we vast aan een vrij strak schema. Wanneer je de mogelijkheid hebt, voorzie je dus best een aantal dagen extra. De afstanden zijn groot en voor sommige activiteiten (boottochten, bergwandelingen, helicoptervluchten,...) ben je immers afhankelijk van het weer. Dergelijke activiteiten worden nogal eens geannuleerd omwille van de weersomstandigheden. Daarom is het goed als je een aantal dagen extra hebt. Dit is onze reisroute:
Nieuw-Zeelanders
zijn nogal gesteld op veiligheid. Zelfs bij een boottocht krijg je duidelijke
veiligheidsinstructies en dien je een document te ondertekenen. Ze willen niet
dat de toeristen iets overkomt. Toen enkele jaren geleden (en trouwens ook in
november 2015, terwijl wij er waren) een helicopter met toeristen crashte, zijn
de veiligheidsmaatregelen verstrengd. Misschien heeft het daar iets mee te
maken?
Gratis
-
Openbare toiletten. Overal vind je ze.
Bij ieder ‘point of interest’ en zelfs op de top van een berg. Ze zijn meestal
goed onderhouden, er is altijd toiletpapier en water om je handen te wassen.
-
Dumpstations vind je terug in de
meeste kleinere stadjes. Het is soms even zoeken maar de locals wijzen je graag
de weg.
-
Fruit. In de supermarkt
staat een display met gratis fruit (vnl appels en bananen) voor de kinderen. Zo
leren ze op jonge leeftijd fruit eten en dat is duidelijk te zien. De kinderen
kennen het systeem goed en lopen vaak met een appel in de hand door de
supermarkt.
-
Campings. In principe mag je
overal in Nieuw-Zeeland overnachten met een camper, tenzij anders aangegeven.
Toch is het niet altijd gemakkelijk om een rustige plaats te vinden omdat je
dan van de hoofdweg dient af te wijken. Ook zijn er ‘freedom campings’ die dus
wel erkend zijn als kampeerveld maar verder geen voorzieningen hebben en dus
gratis zijn.
-
Toeristische brochures per
regio. Je vindt ze in de toeristische infocentra en zeker ook bij het afhaalpunt
van je huurauto of –camper. Ze bevatten niet alleen interessante informatie
maar ook kortingbonnen voor diverse attracties en activiteiten.
-
Telefoonnummers: Voor de meeste
toeristische activiteiten is er een gratis 0800 nummer.
De wegen zijn doorgaans goed onderhouden en rijden vlot. Op de
hoofdwegen mag je 100 km/uur rijden, al is dat vaak niet mogelijk met een
camper omwille van de bochten. De Nieuw-Zeelanders rijden wel stevig door en
waarderen het als je even langs de kant gaat om hen door te laten.
Snelwegen zijn er
alleen rond de grote steden. Voor de rest rijd je voornamelijk op een
tweevaksbaan met dus één rijvaak per rijrichting. Deze hoofdweg is vaak de
enige manier om van punt a naar punt b te geraken. Zijwegen zijn er alleen in
de dorpen en steden, die vaak kilometers uit elkaar liggen. Een goede
wegenkaart is dan ook voldoende om je weg te vinden. Wij hadden een gps
gereserveerd maar konden er geen krijgen. In de plaats daarvan kregen we een
wegenatlas met daarop aangeduid alle soorten campings, dumpstations,
picknickplaatsen, bezienswaardigheden, toeristische routes,...Uiteindelijk een
beter alternatief dan de gps.
Campings
Er zijn
verschillende soorten overnachtingsplaatsen voor de camper en die staan bij ons
duidelijk aangeduid in de stratenatlas:
-
Campings met alle faciliteiten (sanitair,
keuken, wasmachines, wifi, lozingsplaats)
-
Camperparken zijn meestal volledig uitgerust
zoals de gewone campings maar dan zonder dumping station
-
Freedom campings hebben meestal geen
voorzieningen, al hadden wij er wel eens één met onderhouden toiletten
-
DOC (Department of Conservation) campings zijn
eigendom van de overheid en bevinden zich meestal in natuurgebied, dus mooi en
rustig gelegen. Behalve toiletten zijn er geen voorzieningen. Je betaalt een kleine bijdrage voor het
onderhoud van het gebied. Gratis brochures met een overzicht (afzonderlijk voor
Noord en Zuid) vind je bij de toeristeninfo.
Deze laatste twee
zijn voldoende te vinden op Zuidereiland. Op Noordereiland is het een stuk
moeilijker en kom je meestal op een gewone camping of camperpark terecht. Deze
kennen onderling weinig prijsverschil. Je betaalt dus niet voor de
voorzieningen maar voornamelijk voor de plaats waar de camping gelegen is. Zo
betaalden we voor een camperpark bij Lake Tekapo $50 terwijl een camping
meestal rond $38 kost.
De campings met
faciliteiten zijn meestal wat verouderd maar altijd goed onderhouden. De
voorzieningen zijn voortreffelijk en zeer gericht op de toerist die enkel over
een voertuig en/of tent beschikt. De keukens zijn altijd goed uitgerust met
koelkast en diepvriezer, kookfornuizen, microgolfoven, potten en pannen,
afwasmiddel, instant heet water, broodrooster, bbq... Iedere camping beschikt
over een ‘laundry’ met wasmachines en droogtrommels. Ook een droogmolen
ontbreekt bijna nooit op het terrein. Wifi is meestal gratis doch soms beperkt
qua snelheid of bereik.
Onder de campings
heb je ook de ‘Holiday Parks’, die een soort van erkenning hebben voor de
kwaliteit die ze bieden. Daardoor zijn meestal ook iets duurder maar wel steeds
verzorgd. Als lid krijg je korting.
Eten en drinken
Het is moeilijk om
een goed restaurant te vinden in Nieuw-Zeeland. Het aantal eetgelegenheden is
beperkt en er wordt veel fastfood aangeboden. Enkel in de grotere steden vind
je degelijker gerechten. De Capitool reisgids helpt ons hierin een handje.
Koffie vind je
overal, zowel take away als ter plaatse te nuttigen. De kwaliteit is doorgaans
zeer goed en je ‘cup of’ wordt met veel liefde klaargemaakt.
Verder kent NZ uitstekende wijnen uit
Marlborough of Nelson. Voor bier moesten we even zoeken naar de juiste soort.
Veel bieren zijn nogal hopperig, wat een bittere smaak geeft. Alcohol is iets
hoger geprijsd dan bij ons, terwijl de andere prijzen vergelijkbaar zijn of
soms zelfs goedkoper. Je krijgt meestal ook grotere hoeveelheden / porties
voorgeschoteld. Er is dus zeker wel een Amerikaanse component aanwezig.
Brandstof is stukken goedkoper dan bij ons, tot bijna de helft.
Als je goed uitkijkt kan je in sommige regio’s prijzen tot net onder $1 vinden.
Als toerist kan je ook gebruik maken van een tijdelijke klantenkaart voor de
supermarkt. Bij Countdown levert dit per aankoop korting op voor bepaalde
benzinestations, gaande van 4 tot 10 dollarcent per liter.
Tankstations vind je
in de grote en kleinere steden, maar niet in de dorpen. Soms moet je tientallen
kilometers overbruggen tot het volgende tankstation. Als je niet zeker bent,
kan je maar beter regelmatig bijtanken.
De Kiwi’s
De vogel hebben we
niet ontmoet, de mensen wel. Nieuw-Zeelanders zijn een uiterst vriendelijk en
behulpzaam volk. Hoe gaat het met je? Waar kom je vandaan? Waar ga je naartoe?
Heb je een leuke dag gehad? Het zijn vragen die je dagelijks dient te
beantwoorden. Zonder ernaar te vragen krijg je tips voor uitstapjes en
bezienswaardigheden. En de Kiwi’s zijn altijd in voor een grapje. Het lijkt of
iedereen altijd goedgezind is.
Oké, deze gesprekjes
blijven doorgaans oppervlakkig. Maar ze zijn goedbedoeld en zonder
bijbedoelingen. Zo denk ik aan de tuinman in het park van Picton. Hij hoort ons
praten en vraagt of we misschien van Zwitserland komen. Nee, België! Of dat een
mooi land is, België? Nee, al wat je ziet is huizen, huizen en huizen. Hier is
het veel mooier. En hij wenst ons een leuke vakantie toe. Of de kassier(ster)
van de supermarkt die steevast vraagt hoe het met je gaat. Ze vinden het grappig
dat we geen plastic zakjes willen (tot mijn grote ergernis gebruiken ze die
hier nog in groten getale) en zelf onze zakken vullen. Op dat vlak kunnen zij
toch nog wel iets van ons leren.
Mijn mening over de
Kiwi’s: vriendelijk, behulpzaam, betrouwbaar, grappig, open, correct. Awesome!
31 oktober - 1 november - in de lucht
We vertrekken van op
Schiphol richting Auckland. Nou ja, met enkele tussenstops. Een Airbus 380 van
Emirates brengt ons in 6 uren naar Dubai, waar we na 3 uren wachten overstappen
op een Boeing 777 richting Melbourne. Na nog eens 6 uren vliegen mogen we er in
Kuala Lumpur eventjes uit, om dan nog eens 6 uren in de lucht te hangen tot
Melbourne. Daar is het intussen 3u ‘s nachts (2 november) en we dienen nog 5
uren te wachten om terug te vertrekken richting Auckland. Saai want de
luchthaven is in nachtmodus en de winkels en horeca zijn gesloten. Hier en daar
ligt iemand te slapen op de banken of op de zitzakken, wat wij dan ook maar
proberen. Want moe ben je sowieso. Na een verkwikkende douche zijn we klaar om
de laatste drie vlieguren aan te vatten.
Al bij al is die
lange vliegreis toch meegevallen. Aan boord heb je voldoende afleiding (muziek,
films, spelletjes, maaltijden, verschillende nationaliteiten die telkens leuke
gesprekjes opleveren met je buurman of –vrouw), de vluchten met Emirates zijn
zeer aangenaam en uiteindelijk val je toch in slaap.
2 november – Auckland
Bij aankomst op de luchthaven maken we voor het
eerst kennis met de Kiwi’s. Eerst moeten we nog door de strenge controles maar
daarna volgt de gastvrijheid. Als we naar buiten gaan, spreekt een man ons aan:
wat we willen doen? We dachten om een taxi te nemen naar ons hotel. De man zegt
dat er ook een shuttelbus is. Even terug binnen gaan op de luchthaven. Daar is
een desk waar je het telefoonnummer van je hotel terugvindt. Gratis bellen en
ze leggen je uit welke bus je moet nemen.
Op de bus zien we volgend tafereel: een gezin
met twee kinderen stapt op en toont hun kaartjes aan de chauffeur. Die zegt
tegen de vader dat hij eigenlijk niet hoefde te betalen voor de kinderen. Maar
deze mensen hadden, net zoals wij, hun tickets gekocht bij een automaat. Even
later stapt een koppel op zonder tickets. Ze willen bij de chauffeur een ticket
kopen, waarop deze zegt: ‘Weet je wat? Deze man daar heeft eigenlijk twee
tickets teveel gekocht. Als je nu gewoon het geld aan hem geeft, is het in orde.’
Zo gezegd, zo gedaan. Iedereen tevreden.
Om even te kunnen bekomen van de lange
vliegreis, hadden we een hotelovernachting geboekt. Hotel Sudima ligt vlak bij
de luchthaven, heeft heel verzorgde en ruime kamers en een uitgebreid ontbijt
met alles wat je wenst. Na een deugddoende douche laten we ons verwennen in het
restaurant dat uitstekende gerechten serveert tegen een zeer redelijke prijs.
We slapen als een roosje in de geluidsdichte kamers.
3 november – eerste (rij)ervaring met de camper
Vandaag mogen we de huurcamper ophalen. Er zijn
verschillende verhuurmaatschappijen maar bij afhaling blijkt dat die allemaal
onder één dak zitten en eigenlijk één organisatie zijn. Het ‘merk’ waarvoor je
kiest bepaalt het type voertuig. Wij kozen voor Mighty. Dat zijn oudere
voertuigen en dus goedkoper. Nu ja, ouder,ons voertuig is 5 jaar oud. Al goed
gebruikt maar helemaal in orde, proper en met alles erop en eraan wat wij niet
hebben in onze eigen mobilhome: oven, microgolfoven, dampkap, tv,... Wel schrikken we
even van de grootte van het voertuig. Uit angst voor te weinig opbergruimte
hadden we er één gekozen voor vier personen, maar deze is echt wel heel ruim.
De koffers kunnen we kwijt in de alkoof, het bed achteraan kunnen we opgemaakt
laten en dan hebben we nog steeds een tafel vrij om aan te eten. Kortom: luxe!
De eerste rijervaring van Nico was niet echt
aangenaam te noemen: leren rijden met een automatische versnellingsbak, links
rijden en geen gps om Auckland uit te geraken. Stressmoment! Na een half uurtje
sukkelen komen we al snel op de hoofdweg terecht, buiten de stad en met al
mooie landschappen. Een eerste stop dringt zich op bij de Whangarei waterfalls
(25 m hoog).
Onderweg doen we onze eerste inkopen in de
supermarkt van een verlaten dorp. De juffrouw aan de kassa vraagt: ‘How are you
today?’ Euh, goed, maar vanwaar de vraag, denken we? Zou ze iets willen van
ons? We zeggen dat het onze eerste dag is in Nieuw-Zeeland en krijgen spontaan
enkele tips van mooie plaatsjes waar we naartoe moeten. En zo zal het de hele
reis verder gaan.
We rijden door naar het kuststadje Paihia en
zoeken daar onze eerste overnachtingsplaats: Falls Motel & WaterfrontCampground met zicht op de Haruru falls.
4 november – Waipoua Forest
De dag begint druilerig dus beslissen we om hier
geen wandeling meer te maken en meteen de doorsteek te maken naar de westkust.
We houden een koffiestop in het kuststadje Opononi, aan de ingang van de fjord
en met zicht op de enorme zandduinen. Hier ontdekken we het verhaal van Opo, de
dolfijn die in de jaren ’50 met de kinderen speelde in deze baai.
In Waipoua Forest zien we de oudste Kauri boom
van NZ: Tane Mahuta is ongeveer 2000 jaar oud. Te Matua Ngahere is dan weer
de dikste boom, met een omtrek van meer dan 16 meter. In dit oerbos staat het
vol met varens, één van de nationale symbolen die je in alle bossen en wouden
in overvloed aantreft.
Te Matua Ngahere |
We moeten nog een heel eind
rijden maar het wordt laat en donker en dus moeten we snel op zoek naar een
slaapplaats. Bij de eerste DOC camping besluiten we verder te rijden: $ 30
vinden we nu ook weer niet weinig voor enkel een staanplaats en toilet. Bij de
volgende poging druipen we zeker af als de prijs $ 40 bedraagt voor een
4-sterren camping. Dit hebben we nu niet nodig. We denken een gratis parking
gevonden te hebben op Long Bay maar ook dit blijkt een DOC-camping te zijn,
gelegen in een regionaal park. De betaling gaat als volgt: met een gratis
telefoon die buiten aan de conciërgewoning hangt, bel je naar de ‘council’ om
je aan te melden. De dame aan de andere kant van de lijn heeft heel wat
gegevens nodig om de registratie in orde te maken. De verbinding is heel
slecht, waardoor ik 3 x opnieuw dien in te bellen. Bovendien wordt het donker
en zien we nauwelijks nog iets om op te schrijven of codes in te tikken op het
telefoontoestel. Na een half uurtje zijn we klaar en kunnen we een plaatsje
zoeken, helemaal in het donker. Dit systeem is zeer omslachtig maar wordt toch
vaak toegepast op deze campings. En uiteindelijk betalen we toch nog $ 16 voor
een plaats waar geen voorzieningen zijn.
5 november – Waitomo
Bij daglicht zien we dat Long Bay heel mooi is.
Het lijkt wel Normandië of Bretagne met die hoge rotsen en dat mooie strand.
Vandaag bezoeken we in Waitomo de bekende
grotten met hun ‘glowworms’. Er zijn 3 grotten te bezoeken en wij kiezen voor
Ruakuri Cave die je te voet verkent. Andere kunnen met een bootje of iets
avontuurlijker door abseiling of te zwemmen in de rivier. Op sommige plaatsen
hangt het plafond vol met glimwormen. De grot moet dus volledig donker gemaakt
worden om dit te kunnen zien.
De bedoeling is om te overnachten in Whakatane.
We boekten voor morgen een excursie naar White Island die vertrekt vanuit
Whakatane. Het is terug een lange weg te gaan en toch besluiten we om vol te
houden zodat we morgenochtend onmiddellijk ter plaatse zijn. Wat we echter
vreesden, gebeurt: het boekingskantoor belt ons ‘s avonds op (dat hadden ze
beloofd) en meldt ons dat de tocht niet kan doorgaan omwille van de
weersomstandigheden. We zijn dus voor niets naar hier gereden want moeten
sowieso terug om morgen iets anders te doen.
Wat de pijn een beetje kan verzachten: we zijn
terecht gekomen op camping Awakeri Hot Springs, met een groot zwembad gevuld
met natuurlijk warm bronwater. Als het al donker is, trekken we onze zwemkledij
aan en gaan we buiten zwemmen. Heerlijk is dat.
6 november – Rotorua
In en rond Rotorua is er veel geothermische
activiteit. Onder het aardoppervlak is het gloeiend heet. Je ziet dan ook
overal dampen opstijgen. Gisteren zagen we onderweg een verwijziging naar
‘Hells Gate’. Dit staat niet in de reisgids vermeld maar in dit park zijn deze
natuurfenomenen van dichtbij te bewonderen: kokende water- of modderplassen,
zwaveldampen,... Het is een wonderbaarlijk schouwspel der natuur. Mooi om naar
te kijken maar tegelijk ook bedreigend als je bedenkt dat het magma zich hier
slechts 2,5 km onder het aardoppervlak bevindt. Je voelt letterlijk de warmte
uit de grond komen. Daarna slenteren we door de straten van Rotorua, waar ook
steeds die zwavelgeur in je neus slaat.
‘s Avonds krijgen we opnieuw telefoon van het
boekingskantoor White Island Tours: weer is er geen zekerheid voor morgen. De
zee was vandaag woelig en de schipper wil pas morgenochtend beslissen of hij
uitvaart. Vervelend voor ons omdat we hier steeds in de buurt moeten blijven,
maar we willen wel die vulkaan zien!
7 november – White Island
We hebben nog een uur te rijden naar Whakatane
en nog steeds geen telefoontje van White Island Tours. Dus bel ik zelf maar. De
excursie kan doorgaan maar we dienen ons te haasten om er op tijd te geraken.
Even stressen dus, maar de trip loont de moeite. $ 200 per persoon betalen we
hiervoor. Niet weinig, maar je moet het gezien hebben. Na meer dan een uur
varen met een kleine motorboot liggen we voor anker aan het eiland en dienen we
over te stappen in een rubberbootje. Via een ladder geraken we aan wal. Vanaf
dan worden we door een gids begeleid over de vulkaan.
Boven het eiland hangt steeds een wolk van stoom
en gassen die de vulkaan uitspuwt. Van op afstand ruik je terug de zwavel. We
krijgen elk een helm en een gasmasker, want op sommige plaatsen is het echt
niet uit te houden. De zwaveldampen zijn op zich niet schadelijk maar ze
prikken in je keel en soms aan je ogen. Wij hebben geluk met het weer: een open
hemel en een stralende zon zorgen ervoor dat het zicht zeer goed is.
In de eerste zone kom je vooral zwavel tegen:
dampende schoorstenen, zwavelstenen, een broze ondergrond waar je zo doorheen
zakt. Daarna volgt de krater zelf: een kokende groene massa die van kleur
verandert naargelang de samenstelling. Vast staat dat de inhoud een zeer hoge
zuurtegraad heeft. Hier wil je dus niet in vallen. Even later kom je borrelende
modderpoelen en warmwaterbeekjes tegen. Als laatste bezoek je de vervallen
mijnwerkerssite. Vroeger ontgon men hier zwavel maar bij een eruptie kwamen
heel veel mensen om en toen is deze arbeidsintensieve activiteit stopgezet.
Zwavelmijnsite |
De vulkaan is nog steeds actief en wordt
constant in de gaten gehouden door geologen en seismografen. Door middel van
foto’s, videobeelden en metingen wordt de toestand van de vulkaan continu
geëvalueerd. Iedereen kan de live beelden zien op internet en ‘s nachts kan je
soms het magma zien oplichten: www.whiteisland.co.nz
Op de terugweg krijgen we een goed gevulde
lunchbox. De crew is supervriendelijk en open om een praatje te maken. Dit is
een onvergetelijke ervaring.
8 november – Wai-o-Tapu
Voor een laatste keer op Noordereiland laten we
ons onderdompelen in de geothermische activiteit die deze regio te bieden
heeft. Elke dag om 10u15 spuit geiser Lady Knox stoom uit. Nou ja, kunstmatig
dan. De eruptie wordt opgewekt door zeeppoeder dat ze erin gooien. Door de
warmte ondergronds begint het onderaan te borrelen en na enkele minuten begint
ze te spuiten tot een hoogte van 10 tot 20 meter. Deze attractie trekt heel
veel toeristen aan, terwijl ze eigenlijk niet veel voorstelt. Als je een beetje
zoekt, kan je hier nog andere actieve natuurlijke geisers vinden maar dan moet
je wel de tijd en het geduld hebben om ze aan het werk te zien.
We bezoeken nog een deel van het park met onder
andere ‘mud pools’ zoals we die ook zagen in Hell’s Gate. Het hoogtepunt van
dit park is voor ons de ‘champagne pool’. Dit is een grote bruisende plas met
blauw-groen water. Erboven hangt een constante nevel van de dampen en de
zijkant kleurt oranje door een afzetting van onder andere zilver en goud.
Champagne pool |
We rijden verder richting Tongariro National
Park langs Lake Taupo met z’n mooie picknickplaatsjes. Langs dit mooie meer
komen we een gratis camperpark tegen. Helaas, wij moeten verder want morgen
willen we een dagtocht maken in het park. En dus overnachten we zo dicht
mogelijk, in Whakapapa Holiday Park. Zij bieden een shuttledienst aan naar de
start van de wandeling. Dat is veiliger dan onze camper daar achter te laten op
een afgelegen parking. Maar het is ook duurder: de shuttledienst kost meer dan
de overnachting op de camping ($ 70 tov $ 42 voor 2 personen). De camping is
gelegen op een zekere hoogte en tussen de bomen. Voor de warmte of zonneschijn
moet je hier dus niet zijn. Het sanitair en de keuken zijn hier wel van een
uitstekende kwaliteit. Zelfs de backpacker die enkel een tentje bij heeft, zal
in de keuken alles vinden wat hij of zij nodig. Hier wordt ‘s avonds lekker
gekookt en gekeuveld. Ik geniet ervan om te zien hoe iedereen in de weer is met
potten en pannen om toch maar een degelijke en lekkere maaltijd klaar te maken.
Bij Whakapapa Holiday Park |
Uitrusten vóór de grote tocht morgen |
Opgelet: zorg er wel voor dat je voldoende
proviand bij hebt. In de verste verte is in deze regio geen supermarkt te
bespeuren. De camping voorziet in de belangrijkste levensmiddelen, maar daar
betaal je wel een prijs voor. Whakapapa Village is niet veel meer dan enkele
eet- en slaapgelegenheden, gericht op de toeristen die in zomer of winter
(skiën) het park willen verkennen. In het DOC Visitor Information Center kom je
alles te weten over dit stukje werelderfgoed. Op videobeelden is te zien hoe
slechts 3 jaar geleden Mount Tongariro nog tot uitbarsting kwam...
9 november – Tongariro
Stipt om 8u worden we opgepikt door de
shuttlebus die ons naar het beginpunt van de wandeling Tongariro Alpine
Crossing brengt. Ons busje telt slechts 7 deelnemers, maar dichter bij de start
zien we hoe wandelaars met bussen worden aangevoerd. Deze dagtocht van 19,4 km
wordt de mooiste van Nieuw-Zeeland genoemd en is daardoor zo populair, al zullen
we onderweg nooit een grote drukte ervaren. Niet de lengte, dan wel het
hoogteverschil (800 m stijgen) maakt deze tocht heel zwaar. We worden dan ook
van alle kanten gewaarschuwd.
Voor we uitstappen nog enkele richtlijnen van
onze chauffeur:
- Heeft iedereen een regenjas bij? Er wordt regen voorspeld
in de loop van de dag. Als je voor de middag tot bij de Emerald Lakes geraakt,
dan zal het zicht nog goed zijn.
- Blijf steeds op de aangegeven paden! Dat is niet
alleen belangrijk voor je eigen veiligheid maar ook voor het behoud van de
broze vegetatie.
- Bij de start, op het einde en onderweg zijn toiletten.
Maak er gebruik van. Als iedereen hier zomaar zijn gevoeg doet, zal het al gauw
onaangenaam ruiken. En bovendien: er zijn maar weinig struiken of bomen om je
achter te verstoppen.
- De wandeling duurt normaal gezien 7 à 8 uren. Vanaf
Ketetahi Hut tot aan de parking is het nog 1,5 tot 2 uren. De afdaling is wel
redelijk steil dus als je slechte knieën hebt, doe je er mogelijk langer over.
- Er zijn 3 tijdstippen waarop de shuttlebus jullie komt
ophalen aan het eindpunt van de wandeling. Zie je dat je het niet zal halen of
iets later zal zijn, laat het weten. Stuur een sms of bel. Problemen onderweg?
Laat het aub weten. Wij kunnen zorgen voor hulpverlening. Als je niets laat
weten en je bent niet op de afspraak, dan word ik ongerust. Oké?
- En als laatste: wie wil, kan zich nu nog bedenken. Het
is een zware tocht dus denk er goed over na. Je kan nu nog terugkeren met mij.
Of als je in de eerste helft voelt dat het niet meer gaat, bel me dan en keer
terug naar het beginpunt. Ik kom je ophalen.
Even begin ik toch te twijfelen. Het is alsof ze
het ons willen afraden. Moeten we nu echt schrik hebben? Maar niemand wil deze
mooiste tocht missen. Met een volmondig ‘ja’ vertrekken we allen vol goede
moed, elk op z’n eigen tempo. Na al deze waarschuwingen wenst de chauffeur ons
toch een aangename tocht: enjoy!
Het eerste deel gaat licht stijgend over
aangelegde paden en met mooie uitzichten. Tot hier gaat het vlot, al is het ook
wel puffen. Bij Soda Springs worden we opnieuw gewaarschuwd door een bord: Zijn
de weersomstandigheden goed? Ben je voorzien van de juiste kledij en ander
materiaal? Ben je fit genoeg? Als je op één van deze vragen nee hebt
geantwoord, overweeg dan om terug te keren. Even gaat er weer twijfel door m’n
hoofd. Zou het echt zo zwaar zijn?
Wel
ja, het wordt heel zwaar vanaf hier. Het is constant stijgen langs treden die
net iets te hoog zijn. Het lastige is dus dat je zelf de grootte van je stappen
niet kan bepalen. Met een slakkegangetje gaan we trede voor trede omhoog. Af en
toe eens stoppen om de uitzichten te bewonderen geeft energie om door te gaan.
Een populaire stopplaats is een oplopend muurtje van stenen die samengehouden
worden door ijzeren draden. Even bijtanken terwijl we genieten van het
landschap. Maar we zijn er nog niet. Het gaat nog steeds verder omhoog. Elke
stap vraagt concentratie maar door de vermoeidheid vermindert die snel. Bij
elke misstap (struikelen, tegen een steen stoten,...) voel je je energie
wegvloeien.
Het wordt beter vanaf het hoogste punt bij de
‘red crater’. Niet alleen gaat het vanaf nu voornamelijk bergaf, ook de
uitzichten zijn fenomenaal. Na een fotosessie in de sneeuw is het nog enkele
meters klimmen langs de rode wand van de krater.
The Red Crater |
Daarna kunnen we afdalen naar
de Emerald Lakes. Dat loopt niet van een leien dakje. De afdaling is heel steil
en de ondergrond is onstabiel door de losliggende stenen en de zachte aarde.
Iedereen is hier heel voorzichtig en terecht. Ik schuif uit en beland met een
harde smak op m’n zijde, wat me een lachbui bezorgt (en de dagen later een grote zwarte vlek). Vanaf dan maak ik gretig
gebruik van m’n wandelstokken. Het groene en het blauwe meer vragen wederom om een fotosessie.
Emerald Lakes |
Na de doorsteek door een vallei volgt nog een kleine inspanning
omhoog. Vanaf dan gaat het alleen nog bergaf, door vulkanisch gebied met stomende openingen in de wand van het gebergte.
De Ketetahi Hut is gesloten als wij daar komen en dus besluiten we om geen pauze te nemen. Het lijkt ons immers haalbaar om de eerste shuttlebus terug te nemen.
Met een razende vaart nemen we het afdalende pad dat hoofdzakelijk in treden is aangelegd. Het is alsof we terug vol energie zitten, terwijl we amper de tijd namen om te eten of te drinken. We steken iedereen voorbij. De laatste loodjes wegen echter het zwaarst en dat geldt ook hier: het laatste deel gaat door een mooi stuk woud en hier lijkt maar geen einde aan te komen. Tot je plots op de parking staat. Andere wandelaars liggen hier uitgeteld op het houten terras, te wachten op hun bus. Ook wij zijn zelfs nog iets te vroeg. Slechts 6 uren deden we er over en dus hebben we nog tijd over om na een broodnodige douche en een welverdiend ijsje onze weg verder te zetten richting Wellington.
We overnachten in Whanganui op een Top 10
Holidays Park (omdat we het camperpark dat hier zou moeten zijn niet
onmiddellijk vinden). De prijs is navenant: $ 46, het hoogste dat we tot nu toe
betaalden. De faciliteiten zijn wel in orde maar wij maken er amper gebruik
van.
10 november – Wellington
Morgenvroeg moeten we de ferry op richting
Zuidereiland en dus moeten we in Wellington zien te overnachten. Er is een
camperpark in het centrum en vlak bij de ferry, maar als wij er na de middag
arriveren, is hij al volzet (of gereserveerd).
Tip: Wellington Waterfront Motorhome Park moet
je dus van tevoren reserveren. Hij kost $50/24h inclusief elektriciteit en
sanitair. We krijgen een adres voor de dichtst bijzijnde overnachtingsplaats in
een Holiday Park. Op onze kaart zien we echter dat er nog eentje dichter is.
Capital Gateway Motor Inn is een camperpark bij een motel. Hier betalen we toch
ook $ 46 voor een gewone parkeerplaats. Elektriciteit, water en andere faciliteiten
zijn wel inbegrepen maar je hebt geen privé ruimte buiten doordat alle
voertuigen naast en dicht bij elkaar staan. Hier profiteren ze van het feit dat
iedereen die de ferry neemt en dus hier wil overnachten. Wel makkelijk is dat je hier
de bus kan nemen naar het centrum. Zo kunnen we toch nog de stad bezoeken. Die
stelt op zich niet zoveel voor maar een wandeling langs de kaai brengt ons
eerst bij een gezellige bar (Mac’s Brewbar) en daarna bij een druk bezocht
restaurant (The Crab Shack). Het interieur en de stijl zijn ongedwongen, de
gerechten origineel, lekker en op een leuke manier geserveerd.
Tip: wij hadden geluk en kregen het laatste
vrije tafeltje maar hier kan je dus best ook reserveren of je komt op de
‘wachtlijst’ te staan en dient wat later terug te komen.
Mac's Brewbar |
The Crab Shack |
11 november – ferry
De Interislander, een grote ferry met diverse
faciliteiten aan boord, brengt ons in 3,5 uren, waarvan het laatste uur door
fjorden, naar het plaatsje Picton op Zuidereiland. Dit rustige havenstadje
heeft niet veel meer te bieden dan een park en de meeste toeristen rijden dan
ook onmiddellijk door. Even verder zuidwaarts kom je meteen in een mooie streek
terecht. Vanaf Waipapa Bay zie je honderden pelsrobben op de rotsen of zelfs
langs de weg liggen. Die weg loopt een hele tijd langs de ruwe kustlijn tot
voorbij Kaikoura. Daar moeten we morgen zijn omdat Nico geboekt heeft voor
‘whale watching’. Ik ga niet mee uit schrik om zeeziek te worden (een angst voor iets dat bij mij reëel is) en omdat het voor mij niet zo belangrijk is om ze hier en nu
te zien.
Bij Ohau Point moet je halt houden om de vele
pelsrobben te bewonderen. Ze liggen te zonnen op de rotsen, spelen met elkaar
of maken ruzie en de kleintjes maken plezier in een kleine waterplas.
Hoewel er een DOC camping in de buurt is,
overnachten we in Okiwi Bay op een pickninckplaats, vlak bij de woeste zee en
met de pelsrobben steeds in de buurt. Steeds meer campers komen ons vervoegen
op dit mooie plekje. Het is koud, winderig en het regent en dus dienen we dit
alles te aanschouwen vanuit onze camper met panoramisch zicht.
12 november – Kaikoura
De hele nacht en ochtend bleef het maar regenen
en waaien. Niet het ideale weer om de zee op te gaan. Onderweg naar Kaikoura
passeren we weer bij Ohau Point en wat ik gisteren vreesde, is gebeurd. We
zagen toen pelsrobben die heel dicht bij de weg zaten. Vannacht moeten er
enkele de weg op gegaan zijn. Twee zijn doodgereden, zo kunnen we zien aan de
opengereten karkassen op de weg. Pure horror! Dit doet pijn aan mijn ogen en
mijn hart.
Als we in Kaikoura aankomen, vernemen we dat de
whale watching geannuleerd is omwille van het slechte weer op zee. We kunnen
terug reserveren voor morgen maar ook dat is geen garantie. En dus besluiten we
geen tijd te verliezen. Na een kort (koffie)bezoek aan Kaikoura rijden we door
richting Abel Tasman Park. Onderweg passeren we opnieuw bij Ohau Point, waar
alles netjes opgeruimd is. Zelfs geen bloed meer te zien! Zouden ze dit bewust
doen, om de toeristen niet te verontrusten?
Kaikoura |
Nelson |
We houden halt in Blenheim en rijden vervolgens
door de wijnstreken Nelson en Richmond. Overnachten doen we in Tasman MotorCamp, een kleine familiale camping met een vriendelijke uitbating en alle
faciliteiten, zelfs een zwembad!
13 november – Kaiteriteri
‘s Middags arriveren we al op Kaiteriteri MotorCamp, een heel grote en verzorgde camping bij het strand. De plaatsen zijn heel
ruim, alsook de voorzieningen. We moeten dringend de was doen en daarvoor zijn
de omstandigheden ideaal: voldoende ruimte voor de wasdraad en een zonnige dag,
die we voor de rest chillend doorbrengen.
14 november – Abel Tasman Park
Voor zeekayak op de Tasman zee moet je in
Marahau zijn, waar verschillende verhuurbedrijven zich gevestigd hebben. Wij
reserveerden bij R&R, een splinternieuw bedrijf (nog maar twee weken open)
met dus ook nagelnieuw materiaal en een leuke eigenaar die alles goed uitlegt.
Hij heeft immers al 15 jaar ervaring bij een ander bedrijf, nu dus een
concurrent. De briefing duurt twee uren en gaat over het materiaal, de
veiligheidsinstructies (alweer heel uitgebreid en eigenlijk overdreven), de
‘spots’ onderweg, wat te doen als je kapseist, enz. Op zee is het wel anders
dan op een rivier maar wij hebben geluk dat er geen wind is en dus geen golven.
Weinig gevaar dus, behalve als je echt verder de zee opgaat en voelt dat het
woeliger wordt. Anderzijds hebben we minder geluk met het weer. De zon laat het
afweten, wat maakt dat een lunchstop op één van de mooie stranden niet echt
genietbaar is. Ondanks de prima materialen zijn we toch nat geworden. We rillen
van de kou en willen zo snel mogelijk terugkeren. Die terugkeer duurt langer
dan we denken. Hoewel het eindpunt snel in zicht komt, is het toch nog veraf.
Schijn bedriegt. De pelsrobben die tussen de kayaks komen zwemmen, dat maakt de
tocht wel speciaal, hoewel wij er voor de rest niet door gecharmeerd waren.
Maar dat kan natuurlijk ook aan het weer te wijten zijn.
Na een warme douche rijden
we verder richting westkust. Overnachten doen we op een kampeerveld bij Owen River Motel. Het motel ligt langs de hoofdweg maar via een klein weggetje kom
je beneden bij de Buller River, een krachtige stroom. Er zijn toiletten,
douches en bbq’s; geen elektriciteit. Voor $ 20 kan je dit ook niet verwachten.
Slechts één tentje vergezelt ons op dit grote grasveld. ‘s Morgens lopen er ook
schapen op het terrein.
15 november – Buller Gorge
We rijden verder door de Buller Gorge, een mooie
rit langs stroomversnellingen en met uitzichten op de uitgesleten
rivierbedding. Een stop bij de Swing Bridge, de grootste hangbrug van NZ,
dringt zich op. Ware het niet dat hier $ 10 gevraagd wordt om over de brug te
lopen en $ 15 als je met de death ride wil terugkeren. Neen dank u, daar passen
we voor. Er zijn nog genoeg hangbruggen die we gratis kunnen zien.
Buller Gorge |
In het kuststadje Westport eten we lekker in
Portside Bistro, dat zowat het enige restaurant lijkt hier. Voor de rest is het
hier doodstil. De huizen lijken verlaten. Dit geldt des te meer voor de
spookstad Denniston, waar nu geen levende ziel meer te vinden is. Vroeger was
hier een steenkoolmijn, waarvan de restanten nu nog zichtbaar zijn. Er is een
wandeling met uitzichtpunten maar helaas zal dit vandaag niet het gewenste
resultaat opleveren. De plaats ligt op zekere hoogte en vandaag hangt het dorp
helemaal in de wolken. We laten de wandeling voor wat ze is en rijden naar Cape
Foulwind, een westelijke uithoek. Daar hebben we meer geluk. Het is droog en af
en toe schijnt de zon. Als alternatief kiezen we hier voor een wandeling naar
een kolonie pelsrobben; een mooie tocht zo langs de Wild West Coast.
Voor slechts $ 25 overnachten we op Charleston Motorcamp, een kleine en gezellige camping met alle voorzieningen. Zo mogen er meer zijn.
16 november –
Pancake rocks
In Punakaiki volgen we de paden die leiden langs
de Pancake Rocks, rotsen die bestaan uit allemaal laagjes, precies pannenkoeken
die op elkaar gestapeld liggen. Op sommige plaatsen zijn de rotsen zo
uitgesleten door de zee dat het water dat er indruist een heel dreigend geluid
maakt.
Van daaruit vertrekken we ook voor een wandeling van 11 km. De Porrorari River Track loopt langs de bedding van een rivier, door subtropisch regenwoud en eindigt op het strand.
In Hokitika rusten we uit op camperpark Shining
Star. Alweer een heel verzorgde camping met alle voorzieningen en vlak bij het
strand. Ideaal voor een avondwandeling bij zonsondergang. We hebben niet meer
de tijd om het stadje te bezoeken. Nochtans was dit vroeger één van de mooiste
van Nieuw-Zeeland.
17 november – Franz Joseph glacier
Het is nog een heel eind rijden naar de Franz
Joseph en Fox gletsjers. De afstanden zijn hier zo groot dat je wel moet veel
tijd doorbrengen al rijdend, wil je iets gezien hebben. Een wandeling van amper
een half uur brengt je naar de voet van de gletsjer, die tot enkele jaren
geleden veel lager lag. Het is weer zorgwekkend om te zien hoe snel de
gletsjers wegsmelten. Door de bewolking krijgen we de gletsjer niet helemaal te
zien. Het weer slaat hier om de 5 minuten om: zon, wolken, regen, zon,...
Alweer veiligheidsvoorschriften |
Na de wandeling nemen we twee lifters mee. Ze
moeten slechts even verderop naar Franz Joseph Village. De twee dames (een
Amerikaanse en een Britse) ontmoetten elkaar in Australië. Van daaruit trokken
ze samen naar Nieuw-Zeeland. Hier reizen ze met de hop on, hop off bus, het
ideale vervoersmiddel voor de backpacker die veel tijd heeft. Deze bussen
rijden het hele land rond en je beslist zelf wanneer je op- en af stapt.
Volgens deze meisjes regelen ze zelf een overnachting voor je. Ze vinden het
leuk maar wel vermoeiend omwille van de lange afstanden.
De rit naar Haast is zo mooi langs de
rivierbedding van de Haast River. De bedding is zeer breed en het water
azuurblauw. In Haast houden we halt voor een koffie met carrot cake, een ware
ontdekking voor ons. Deze lekkernij wil ik zelf ook wel maken eens we thuis
zijn. Onderweg zijn we op zoek naar een supermarkt maar de hele weg van
Hokitika tot Wanaka vinden we niets. Hoe doen de inwoners dat hier voor hun
inkopen?
Lake Wanaka |
Lake Hawea |
Bovenaan het meer ligt een DOC-camping maar wij rijden verder langs het meer. Helaas zijn daar geen overnachtingsmogelijkheden meer. In Albert Town, vlak voor Wanaka, vinden we nog een DOC ($ 7) vlak bij de SH6 en aan de oever van een rivier. Het is een zeer groot terrein met enkel toiletten, bomen en mooie plaatsen aan het water. Populair, want velen volgens ons voorbeeld als ze ‘s avonds laat nog op zoek zijn naar een slaapplek en bij toeval hier terecht komen.
18 november - Queenstown
De lente vordert en dat betekent: warmere
temperaturen en langere dagen. Al twee dagen krijgen we een schitterende zon en
een felblauwe hemel. Echt warm kan je het nog niet noemen maar soms volstaan
een short en t-shirt en daar word ik blij van.
Vandaag doen we het eens anders: in plaats van
eerst kilometers te rijden, doen we ‘s morgens een activiteit. We brengen een
bezoek aan Puzzling World, een huis vol optische illusies die je hersenen in de
war brengen. Buiten bevindt zich een levensgroot doolhof. Voor kinderen is dit
vast een plezier maar voor ons is er weinig pret aan. De ‘illusion room’ kan
ons echter wel bekoren met illusies waar je duizelig van wordt. In de cafetaria
liggen de tafels vol met spelletjes / denkpuzzels. Zelfs de toiletten zijn hier
grappig! Hier kan je gerust een halve dag doorbrengen. Tip: voor elk deel apart
(doolhof en illusies) betaal je $ 16; voor een combo $ 20. Zonder kinderen kan
je dus gerust het doolhof links laten liggen.
De route naar Queenstown is wederom mooi en
vraagt af en toe om een fotostop. Even voor Queenstown houden we halt bij een
hangbrug waar aan bungeejumpen wordt gedaan. Je kan het spektakel bekijken
vanop een platform of vanop de brug zelf. Deze bevindt zich 43 m boven de
appelblauwzeegroene Kawarau River. Een attractie voor jong en oud!
Kawarau River |
Om Queenstown te bezoeken moet je een klein ommetje maken want de weg stopt enkele kilometers verder, maar dat is het waard. De stad is mooi gelegen aan Lake Wakatipu en heeft gezellige bars, restaurants en terrasjes aan het water. Ook aan winkels ontbreekt het niet, al is een stad hier nooit echt groot. Meer dan een dag zal je hier wellicht niet doorbrengen maar het is hier heerlijk chillen bij een stralende zon.
Queenstown |
19 november – Te Anau
Te Anau is de laatste stopplaats voor Milford
Sound. Van hieruit is het nog ongeveer twee uren rijden en onderweg is er,
behalve enkele mooie plekjes om te stoppen en enkele DOC-campings, niets: geen
winkels, geen huizen, geen accomodatie, geen tankstation en zelfs geen
gsm-bereik. Hier dien je dus al je voorraden in te slaan. In Te Anau kan je
gerust een dagje doorbrengen op de terrasjes en bij het meer. In de buurt kan
je mooie wandelingen maken en het tourist information center vertelt je alles
over de fauna en flora in de regio. Daar vind je tevens informatie voor
wandelingen en meerdaagse tochten. Een boottocht boeken voor Milford Sound doe
je best in het kantoor van de rederij zelf in Te Anau.
Op de weg tussen Te Anau en Milford Sound (120
km) kiezen we voor de Routeburn Track, een wandeling van ongeveer 2,5 uren naar
Key Summit. Daar heb je een mooi uitzicht op de besneeuwde bergtoppen. Je komt
in een speciaal stukje natuur terecht met oorsprong in de ijstijd.
Overnachten doen we op één van de DOC-campings
aan de Cascade Creek. We staan hier zeker niet alleen maar iedereen staat hier
zo verspreid dat je geen last hebt van de buren. Hoewel: sommigen beginnen een
vuurtje te stoken. Dit is toegelaten op de plaatsen waar een bbq voorzien is,
zodat je de houtblokken veilig kan verbranden. Gelukkig komt er iemand langs
van het Conservation Department, want één persoon was erin geslaagd om een
vuurtje te stoken in het bos, zonder veiligheidsmaatregelen.
20 november – Milford Sound
Ook ‘s morgens is er weer controle van het
Conservation Department. De dame van gisteren is wellicht in haar auto blijven
slapen en vraagt nu om ons ticketje te tonen. Op de meeste DOC-campings wordt
er met het enveloppe-systeem gewerkt en wellicht zijn er te veel mensen die
proberen om niet te betalen, in de hoop dat er niet gecontroleerd wordt. Wij
betaalden keurig, al hadden we één dollar te weinig om in het envelopje te steken
maar daar zegt ze niets over.
De hele nacht heeft het geregend en gewaaid. Als
we aankomen op de vertrekplaats voor de cruise, regent het pijpenstelen. Iedereen
haalt z’n regenjas boven en rent van de parking naar de boot. En net als we
zullen vertrekken houdt het op met regenen en begint de zon te schijnen. Wat
een geluk!
Voor een cruise op Milford Sound zijn er
verschillende rederijen die dan ook verschillende prijzen hanteren. Wij kozen
voor de low budget ‘Go Orange’ en krijgen zelfs iets om te eten en te drinken.
De tocht door de fjorden duurt twee uren en gaat tot aan de Tasman zee.
Onderweg zie je vele watervallen. Twee keer vaart de boot zelfs tot onder een
waterval, wat spectaculaire beelden oplevert. Hij houdt ook halt bij de
pelsrobben, zodat je volop foto’s kan nemen. Terwijl de boot achter ons (Jucy
cruise, nog iets goedkoper) terugkeert, varen wij naar een inham. Aanvankelijk is
er niets speciaals te zien, maar
blijkbaar heeft de kapitein van ver een pinguin gespot. En inderdaad, het dier komt
zich helemaal tonen en poseert voor de camera’s. Gelukkig is er op onze boot
een hele lage bezetting en dus kan iedereen naar hartelust van op de boeg
foto’s nemen. De kapitein doet echt moeite om zo dicht mogelijk tegen de kant
te geraken en om lang genoeg te blijven liggen. Het is precies een privé-tocht.
Om onze reis verder te zetten, moeten we helemaal terug richting Te Anau. Er is maar één weg. Nu het uitgeklaard is, zien we hoe mooi dit stukje is. Vooral de eerste 100 km tussen Milford Sound en Te Anau is adembenemend mooi tussen de metershoge rotsen met hun vele watervallen. Onderweg houden we een tussenstop bij The Chasm. Een korte wandeling voert naar een rivier met een kolkende stroom die grote gaten uit de rotsen heeft geschuurd. Grote massa’s toeristen worden hier met bussen aangevoerd maar ze zijn ook snel weer weg. De stop duurt ongeveer 30 minuten als je ook Kea’s te zien krijgt. Die zitten hier in de bomen en komen aan het rubber van de voertuigen pikken. Niettegenstaande je overal gewaarschuwd wordt om de dieren niet te voederen, kunnen sommige toeristen het toch niet laten. Het is een aantrekkelijk schouwspel om de papegaaien bezig te zien. Ze zijn helemaal niet mensenschuw.
Een kea |
Via de Southern Scenic Tourism Route rijden we
verder naar het zuiden en houden halt bij de Last Light Lodge in Tuatepere, een
zeer verzorgde camping met bar en restaurant en een vriendelijke uitbating. Onderweg
vinden we sinds enkele dagen terug een supermarkt.
21 november – The Catlins
Op een regenachtige dag als vandaag doen we niet
veel meer dan rijden. De toeristische route langs de Catlins brengt je naar
enkele mooie plekjes aan de zuidkust: Waipapa, Curio Bay, Cathedral Caves (enkel
toegankelijk bij laag water), Purakaunui Falls, Jacks Blowhole, Nugget Point,...
Deze keer spotten we zeeleeuwen, die opmerkelijk een stuk groter zijn dan de
pelsrobben.
Zeeleeuwen in Waipapa |
Purakaunui falls |
Fossielen zoeken in Curio Bay |
Curio Bay |
Een kleine anekdote: enkele dagen waren we hen uit het oog verloren maar hier zijn ze weer.
Al een hele tijd lijken we hen te achtervolgen: grandma & grandpa, righthand side drivers! Het blijkt een ouder koppel uit Letland dat z'n achterliggers wil waarschuwen voor hun rijgedrag. Al doet grandpa het zeker niet slecht. Zijn snelheid is goed en zo komt het dat we enkele dagen in hun kielzog rijden.
Onderweg houden we halt bij een vreemd figuur in
Papatowai. De man verwerkt allerlei afval en prullaria tot curiositeiten die
hij tentoon stelt in zijn oldtimer bus, een piepklein museum dat nokvol zit met
kleine ontwerpjes. Door aan een hendeltje te draaien krijg je licht, geluid of
beweging. Terwijl je zijn bus bezoekt, zie je de creatieveling aan het werk in
zijn ateliertje. Ook in de tuin zijn z’n ontwerpen te bewonderen.
Overnachten doen we op Parakaunui Bay, een idyllisch plekje aan een verlaten strand. Dit bereik je pas na enkele kilometers grindweg maar we staan hier zeker niet alleen. In het hoogseizoen is het hier wellicht vechten om een plekje met zicht op zee. De voorwaarde voor de DOC-campings is dat je voertuig ‘self contained’ is en dat zie je aan de blauwe sticker op je camper.
Parakaunui Bay, één van de mooiste plekjes om te ontwaken |
Naast ons staat echter een gewone personenauto (zeker niet self contained) met een jong koppeltje. Ze zitten in de kofferruimte en zijn blijkbaar ook van plan om daar te slapen. Ze lopen op blote voeten en kunnen zich niet wassen. Hoewel hier toiletten zijn, gebruiken ze die niet. Hij gaat aan de kant plassen tegen de bomen; zij zet zich ongegeneerd naast de auto te plassen binnen ons gezichtsveld. En dat op blote voeten, hup, weer de auto in!
22 november – The Catlins (vervolg) en Dunedin
De dag begint weer regenachtig en winderig. We
zetten onze tocht langs de Catlins verder. Tijdens de korte wandeling naar
Jack’s Blowhole komen we in een stortbui terecht. We kunnen eventjes schuilen
onder een grote boom. Daarna volgt Nugget Point (vuurtoren, zeeleeuwen en soms
albatrossen) waar we het gelukkig droog houden.
De wandeling naar Jack's Blowhole |
Jack's Blowhole |
Nugget Point Lighthouse |
Nugget Point |
We verkennen de stad Dunedin, met het meest gefotografeerde stationsgebouw van NZ. Intussen is de zon doorgebroken en kunnen we genieten van een verfrissende pint op één van de gezellige terrasjes bij het centrale plein. ‘s Avonds eten we lekker Mexicaans in Del Sol Vila Mexicana.
Station van Dunedin |
Van daaruit proberen we nog een punt te bereiken
waar zich geelogige pinguïns bevinden. De weg ligt er echter niet zo goed bij en
dat houdt ons tegen om verder te rijden gezien het ongelukje dat we daarnet
hadden. Bij de kruising van een spoorweg kreeg de camper een grote schok,
waardoor de tv tegen de microgolfoven botste, het deurtje ervan opende en
vervolgens de glazen plaat eruit vloog. Ze spatte uiteen in honderden stukjes.
Weg sfeer.
We overnachten op een plaatsje langs de weg en aan zee. ‘s Anderendaags vinden we overal nog glas.
23 november – Moeraki en Oamaru
Vandaag is een zonnige dag met temperaturen tot
24° en daar profiteren we van door regelmatig stops in te lassen. ‘s Morgens
houden we halt in Moeraki om de ‘boulders’ te bewonderen, grote ronde stenen op
het strand. Deze mooie ronde keien zijn zo’n 60 miljoen jaar geleden ontstaan
op de zeebodem door afzetting van kalkzouten. Terwijl we daar op een terras
genieten van een koffie, met zicht op zee, zien we een dolfijn opspringen in de
branding. Meer heb je niet nodig om je dag goed te beginnen.
Moeraki boulders |
Ochtendkoffie bij Moeraki beach |
Een tweede en langere stop dringt zich op in
Oamaru. Je kan er uitgebreid shoppen of je hart ophalen in de kunstgalerijen
met oa juwelen, kledij, kunstwerken,... Ook wordt hier whiskey gebrouwen. Het
is hier leuk kuieren en rondslenteren tussen de oude gebouwen, in de zon en met de zee
steeds dichtbij.
(Kunst)galerijen |
De haven van Oamaru |
Vanaf hier gaat het richting de bergen. De zon
blijft van de partij en de meren (Lake Waitaki, Ayiemore, Benmore en Pukaki)
schitteren in de ogen met hun turqouise kleur.
Omdat we morgen rond Mount Cook
willen wandelen, nemen we het dichtstbijzijnde camperpark aan Lake Pukaki: Glentanner Park. Die
nemen er natuurlijk het voordeel van: $ 50 voor wel ruime en heel verzorgde
voorzieningen. Wanneer we daar aankomen, begint het weer om te slaan en al gauw
regent het, gecombineerd met felle windstoten die de camper doen bewegen. Dit
is ook de weersvoorspelling voor morgen...
Glenntanner Park |
Slecht weer op komst |
24 november – Lake Tekapo
En inderdaad: een wandeling naar Mount Cook zit
er echt niet in vandaag. Het regent onophoudelijk en er staat een hevige wind.
Ons bezoek aan Mount Cook Village (met enkel een bezoekerscentrum en
verblijfplaatsen; ook hier geen winkels in de buurt) is dus voor niets. In het
bezoekerscentrum lezen we hoeveel alpinisten hier al zijn omgekomen bij de
beklimming van Mount Cook. Het zijn er veel en de laatste dateert van slechts
enkele jaren geleden.
We proberen inspiratie op te doen om onze dag verder te
vullen. Daarop keren we terug naar Lake Tekapo (een rit van 1,5 uur) waar het
op z’n minst droog is en af en toe de zon schijnt. Na wat rond te kuieren in
het dorp gaan we naar Lake Tekapo Springs met 3 warme buitenzwembaden. Ze
zouden door natuurlijke bronnen gevoed worden maar dat geloven we niet. Deugd
doet het wel en het klaart meer en meer op.
Nog een anekdote, al maakt iedereen het wel mee in NZ: hier kennen ze blijkbaar geen verkeerslichten als het om wegenwerken gaat. Terwijl de collega's met het echte werk bezig zijn, staat aan elk uiteinde van de werken een man met een stopbord. Wanneer de collega aan de andere kant via de walkie talkie laat weten dat er mag gewisseld worden, draait hij zijn bordje om en staat er 'go'. Heel vreemd vinden we dat.
Eén keer, bij werken aan een brug, dienen we zelfs 20 minuten te wachten omdat we bij het zware verkeer horen. De jongeman met zijn bordje informeert ons op een vriendelijke manier over de wachttijd. Een andere wachtende naast ons, een landbouwer die met zijn vrouw een tripje maakt met de caravan, gaat met de jongeman praten. Aan mij probeert hij uit te leggen wat voor werken ze daar beneden uitvoeren. Mogelijk mogen we vroeger terug vertrekken want beneden zijn ze met een kraan bezig maar er is heel veel wind en dus is het te gevaarlijk voor de werkmannen. De Nieuw-Zeelandse landbouwer grapt nog naar de jongeman dat hij zijn job mag houden.
In de late namiddag zoeken we een slaapplaatsje
op een gratis camping (geen voorzieningen dus eigenlijk gewoon in de vrije
natuur) aan Lake Tekapo en naast Lake Alexandrina. Opgepast: bij Lake
Alexandrina betaal je $ 20 en sta je tussen de vaste caravans. Het lijkt wel
een commune en we zien geen campers dus maken we rechtsomkeer. Bij Lake Tekapo
hebben we een mooi zicht op het blauwe meer en de bergen. De weinige buren die
we hebben staan zo verspreid dat het hier muisstil is. Let op bij regenweer
want dan dreig je vast te geraken in de diepe geulen van de rijsporen. Deze zijn
immers niet aangelegd of onderhouden.
Fotoshoot bij Lake Tekapo |
25 november – Mount Cook
We staan op onder een stralende zon die al van
‘s morgens veel warmte geeft. Toch zijn de weersvoorspellingen voor Mount Cook
niet optimaal: het zicht is al beter dan de vorige dagen maar er wordt nog
steeds regen voorspeld. Na lang twijfelen trekken we er dan toch naartoe, weer
diezelfde rit van anderhalf uur. En zoals typisch is voor Nieuw-Zeeland: we
starten de wandeling onder de zon maar keren terug in de regen, met soms felle
windstoten wanneer we net een hangbrug boven een kolkende rivier met smeltwater
oversteken. Hier moet je op alle weersomstandigheden voorzien zijn als je een
wandeling maakt.
Vanaf de parking bij de DOC, iets voorbij Mount
Cook Village, maken we eerst een kleine wandeling naar de Mueller Glacier. We
lunchen in de mobi en starten dan een grotere tocht naar Lake Hooker, van
waaruit je zicht hebt op verschillende gletsjers en met aan het meer zelf de
Hooker Glacier. Hier is er geen eindmorene maar een dik pak blauwkleurig ijs
bedekt met steenpuin. Je moet wel goed kijken om het te zien. Op het meer
drijven enkele ijsschotsen.
Mueller Glacier |
Monument voor de verongelukte alpinisten |
De weg naar de Hooker Glacier |
Lake Hooker |
Hooker Glacier |
Wind en regen |
Opnieuw moeten we dezelfde weg terug naar Lake
Tekapo. De weg langs het blauwe meer is mooi maar voor ons is het de tweede
keer dat we heen en terug gaan. Een andere weg is er niet. Aangezien we morgen
in Christchurch moeten geraken, willen we toch nog een eindje opschieten. Nog
even halt houden in Lake Tekapo en dan via Fairlie richting Geraldine. Enkele
kilometers voorbij Fairlie gaan we linksaf richting Lake Opuha, waar zich een
freedom camping bevindt. Deze is geheel gratis en toch staat er een
toiletgebouw dat ‘s morgens zal gereinigd worden door het gemeentepersoneel.
Deze camping staat niet aangeduid onderweg maar wij vonden hem terug in onze
stratenatlas. Deze plaats is zeer afgelegen en rustig, tot er veel locals aan
en af rijden om vervolgens op het meer te varen met een motorboot of jetski. Tijd
om onze koffers te maken.
26 en 27 november - Christchurch
Vandaag moet de camper ingeleverd worden bij de
luchthaven in Christchurch. Voor de laatste keer zoeken we een leuk
picknickplaatsje, om vervolgens de laatste overbodige spullen weg te gooien. Ik
zie een koppel met trekkersfietsen aankomen. Ook zij zoeken een bankje om te
picknicken. We hebben nog wat voedsel en drank over dat ze wellicht goed kunnen
gebruiken. Ik besluit de vrouw aan te spreken en jawel, ze is heel blij met wat
extra voorraad. De afstanden zijn hier immers zo groot dat ze steeds eten en
drinken bij zich hebben voor 2 à 3 dagen, om er zeker van te zijn dat ze niet
zonder vallen. Ik kan me voorstellen dat het voor hen niet evident is om een
supermarkt te vinden. De vrouw lijkt wat ontmoedigd door deze afstanden, de
regen en de kou die ze al moesten trotseren. Maar ach, wat hebben ze te klagen.
Drie maanden hebben ze om dit land te verkennen. En de zomer komt eraan. Het
Zwitsers duo wuift ons dankbaar uit.
Bij Mighty doen ze niet moeilijk over de
gebroken plaat van de microgolfoven. We hebben immers een all-in verzekering.
De inspectie gaat snel en ook hier ondervinden we weer hoe goed alles
georganiseerd is. Bij de balie kijken ze voor ons wat de goedkoopste manier is
om naar de stad te geraken. Dat blijkt een shuttledienst die ons naar ons hotel
kan brengen. Toevallig staat hij net voor de deur om ook een ander koppel te
vervoeren. De chauffeur maakt een grapje en geeft uitleg bij wat we te zien
krijgen tijdens de rit. Hij geeft ons tips om de stad te bezoeken. Hiervoor
hebben we nog de namiddag, avond en morgen de tijd.
Maar zoals de Zwitserse vrouw me had
gewaarschuwd (‘Je zal ontgoocheld zijn’) blijkt Christchurch één grote
bouwwerf. Sinds de hevige aardbeving in 2011 is de stad in heropbouw. Overal
worden grote gebouwen opgetrokken. Hier en daar zie je nog puin of vervallen gebouwen. Maar de ondernemers hebben intussen niet stilgezeten. Re:START Mall bestaat uit
kleurrijke en op elkaar gestapelde containers waarin winkels en koffiehuizen
zijn ondergebracht. Creatief, origineel en heel gezellig.
Re:START shopping mall |
Ook de eetkraampjes
mag je niet overslaan. Dimitris Greek Food was voorheen een bekend restaurant
en is nu enkel nog een food truck. Wij probeerden zijn souvlaki: delicious en
het aanschuiven waard! Verder in de stad zijn wel enkele uitstekende
restaurants te vinden. Ons laatste avondmaal verorberden wij bij Cook’n withgas, gevestigd in een historische villa. Het is één van de bekendste en beste
restaurants van Christchurch. In die buurt vind je wel meer oudere gebouwen die
intact gebleven zijn.
Verder is het leuk wandelen langs de Avon river, New Regent Street, Cathedral Square,... en niet te vergeten de botanische tuin. Deze is heel omvangrijk dus heb je wel wat tijd nodig als je dit park in z’n geheel wil zien. Wij beperken ons tot de rozentuin die heerlijk geurt. Wil je ook musea bezoeken, dan kan je hier gerust twee dagen doorbrengen.
Rozentuin in de botanische tuin |
Wij moeten op 27 november het vliegtuig op richting Europa maar zijn wel benieuwd hoe deze stad er binnen enkele jaren zal uitzien. De plannen zien er alvast veelbelovend uit. Komen we hier ooit nog eens terug?